Nu de laatste maand van de zeer populaire Vermeer-tentoonstelling in het Rijksmuseum in gaat (heeft u een kaartje kunnen bemachtigen?) is het hoog tijd om aandacht te besteden aan de relatie tussen Vermeer en Gouda. Wat niet iedereen zal weten, is dat Johannes Vermeer regelmatig op bezoek was in Gouda. Maar waarom?
Johannes Vermeer was namelijk getrouwd met Catharina Bolnes en zij werd in 1631 geboren in Gouda. Haar ouders waren Reijnier Bolnes, een steenbakker en Maria Thins, die trouwden in 1622. Op dat moment woonden ze op de Peperstraat 92/94. Maria Thins kwam uit een bekende Goudse (katholieke) familie. Haar moeder was Catharina van Hensbeeck, kleindochter van Dirck Cornelis van Hensbeeck die in 1561 een glas aan de Goudse St.-Janskerk schonk. Uit zijn erfenis en die van andere familieleden van Catharina van Hensbeeck werd een fonds gesticht dat in beheer was bij de Weeskamer van Gouda.
Het huwelijk van Maria Thins en Reijnier Bolnes was niet heel gelukkig te noemen. Bij de Goudse notaris Straffintvelt zijn meerdere getuigenverklaringen te vinden van Maria, maar ook van familieleden en buren hoe er heftige ruzies waren tussen Reinier en Maria en hij haar diverse malen mishandelde. Ook Catharina en haar zusje Cornelis ontkwamen hier soms niet aan. Maria Thins vraagt daarom meerdere malen om een scheiding aan de magistraat van Gouda. Uiteindelijk wordt die haar in 1641 toegekend. Ze verhuist vervolgens met haar twee dochters naar Delft. Reijnier is echter wel verplicht om alimentatie aan haar te blijven betalen. Regelmatig komt Maria dan ook nog in Gouda om dit geld op te halen. Ook uit het fonds Hensbeeck heeft ze recht op een jaarlijks bedrag.
In Delft trouwt dochter Catharina in 1653 met de schilder Johannes Vermeer. (Schoon)moeder komt bij hen inwonen en helpt mee met de zorg voor de maar liefst 15 kinderen van Catharina en Johannes. Johannes gaat regelmatig naar Gouda om het geld voor zijn schoonmoeder op te halen. Zo is zijn handtekening meermalen te vinden in diverse akten en kwitanties. Ook de erfenis van zijn schoonvader Bolnes wordt door hem afgehandeld. Zijn schoonmoeder had bij de boedelscheiding al enkele schilderijen meegekregen, waarvan er tenminste twee herkenbaar zijn op de achtergrond van Vermeers schilderijen. De eerste is ‘de Koppelaarster’, dat te zien is op het schilderij van ‘Het musicerend trio’. ‘De zittende virginaalspeelster’ en ‘de geschiedenis van Cimon en Pero' komen voor op de muur van ‘De muziekles’.
Als Johannes Vermeer in december 1675 overlijdt, blijft Catharina achter met nog 10 kinderen waarvan een deel minderjarig is. De laatste jaren van de schilder zijn ook niet erg succesvol geweest. De kunstmarkt is na het Rampjaar ingestort en de kosten voor levensonderhoud zijn flink gestegen. Catharina besluit weer een beroep te doen op het Goudse fonds, waardoor we meer te weten komen over die laatste dagen van Vermeer. Door de rampspoedige tijden kon hij zowel zijn eigen schilderijen niet meer verkopen, als de schilderijen van andere meesters die hij verhandelde. Hij had dit ‘soodanich ter harten getrocken dat hij gelijk als in frenesie vervallende in een dach of anderhalff gesont en doodt was geweest.’ Frenesie betekent zo veel als waanzin of krankzinnigheid. Misschien is Johannes overleden na/aan een beroerte?
Meer lezen/kijken?
John Michael Montias, Vermeer en zijn milieu (Baarn 1993)
Secret lives of the artists: The madness of Vermeer (4 delen) (BBC 2003)
A. van Peer, Rondom Jan Vermeer van Delft (1951)